Laatst sprak ik met Roeselien Wekker, spreker, trainer en strijdbare professional met een achtergrond in performing arts én een indrukwekkend trackrecord in inclusie, diversiteit en leiderschap. Haar levensloop is allesbehalve standaard, maar precies dát maakt haar verhaal zo sterk. Van dansvloer naar directietafel: Rosalien bewijst dat echte verandering altijd bij jezelf begint.
In deze samenvatting van de podcast deel ik waarom inclusief leiderschap geen project is, waarom het ongemakkelijk móet voelen, en hoe we pas écht vooruitkomen als we stoppen met vinkjes zetten en beginnen met het échte werk. Dit is geen warm pleidooi voor ‘meer kleur aan tafel’ – dit is een nuchtere uitnodiging tot zelfreflectie, actie en lef.
Van Afrikaans kontje naar levensmissie
Roeselien vertelt hoe haar activisme al vroeg begon. “Ik werd op m’n dertiende afgewezen op basis van een eventueel Afrikaans kontje,” zegt ze droog. Wat begon als een afwijzing in de balletwereld, groeide uit tot haar levenswerk: mensen bewust maken van uitsluiting, systeemdenken doorbreken en ruimte creëren voor échte verbinding.
Die drive is nooit meer weggegaan. Ze noemt het haar levensmissie – en die klinkt door in alles wat ze doet. Als trainer, adviseur en schrijver zet ze mensen aan het denken. Niet met opgeheven vingertje, maar met eerlijke verhalen, ongemakkelijke vragen en een constante uitnodiging om verder te kijken dan je bubbel.
Inclusief leiderschap is geen programma
Wat is het grootste misverstand over inclusief leiderschap? “Dat het iets anders is dan leiderschap,” zegt Roeselien. Volgens haar is het geen methode, geen workshop en zeker geen KPI. Inclusief leiderschap gaat niet over de leider, maar over de ontvanger: voelt iemand zich gezien, gehoord en vrij om zichzelf te zijn?
Daar ligt volgens haar precies de kans. Door op taakniveau te kijken waar je knelpunten zitten, kun je slimmere keuzes maken. En dat begint vaak niet met een vacature, maar met de vraag: welke output willen we en wie hebben we daarvoor nodig?
Diversiteit uitnodigen is makkelijk. Inclusie doen is iets anders.
Veel organisaties denken goed bezig te zijn omdat ze ‘diversiteit uitnodigen’. Maar daar stopt het vaak. Het team lijkt inclusiever, de kleuren op de groepsfoto zijn wat gemixter – maar ondertussen haakt die ene ‘andere’ persoon na drie maanden af. “We nodigen mensen uit, maar zorgen er niet voor dat ze kunnen blijven.”
Het verschil zit in gedrag. Inclusie betekent dat je actief zorgt voor een omgeving waarin iedereen kan floreren. Niet alleen ruimte geven aan mensen die anders zijn, maar ook bereid zijn je eigen werkwijze aan te passen. “Inclusie vraagt altijd iets van jou,” zegt Roeselien. “En daar hebben veel leiders nog moeite mee.”
Onbewuste vooroordelen? Daar moet je iets mee.
Onbewuste vooroordelen verdwijnen niet vanzelf zodra je een gemixt team hebt. “Dat is wishful thinking,” zegt Roeselien. Diversiteit is een feit, maar inclusie is een werkwoord. Het vraagt bewustzijn, reflectie en actie. “Iedereen heeft blinde vlekken. Jij ook. De kunst is dat je iemand hebt die ze je laat zien.”
Daarom werkt ze graag met kritische vrienden. Mensen die je spiegelen. Die zeggen: ‘je bedoelt het goed, maar dit komt niet goed over.’ Niet om je af te branden, maar om je te helpen groeien. En ja, dat schuurt soms. Maar zonder wrijving geen beweging (oké, dat zeggen wij dan weer).
TJ over VOXTUR: “We meten het elk jaar”
In de podcast deelt ook TJ zijn ervaringen vanuit VOXTUR. Daar is diversiteit en inclusie vanaf dag één onderdeel van het DNA. Niet als los programma, maar als doorlopend aandachtspunt. Ze meten de beleving jaarlijks. “Als één persoon zich niet veilig voelt, is dat er één te veel,” zegt hij. En dat is precies de mindset waar het om draait.
Roeselien vult aan dat het niet alleen om bovenstroom gaat – cijfers, meetbare zaken – maar vooral om de onderstroom. De cultuur, de gevoelens, het gedrag. “Het moet van iedereen zijn, op alle lagen.” Inclusie gaat dus niet alleen over intentie, maar over gedrag. En dat vraagt consistentie en commitment.
Er is geen shortcut
We leven in een tijd van transformatie, zegt Roeselien. Maar veel mensen willen te snel. “Ze willen vinkjes, quick wins, programma’s.” Maar zo werkt het niet. Inclusie vraagt tijd, aandacht en herhaling. En soms betekent dat: even uitzoomen. Letterlijk. Zoals zij zelf deed, toen ze haar boek ging schrijven in Mexico. Niet voor de zon – maar om afstand te nemen van de waan van de dag.
Dat boek? Dat gaat niet over diversiteit en inclusie. Het gaat over transformatie. Over jezelf opnieuw uitvinden. Over systemen durven loslaten. En over kiezen voor verbinding in plaats van angst. Of mensen het willen lezen? “Dat weet ik niet,” zegt ze. “Maar ik weet dat het geschreven moet worden.”
Wat wil je nalaten?
Aan het eind van het gesprek stelt TJ haar de vraag: als je die zeepkist straks niet meer op kunt, wat wil je dan bereikt hebben? Roeselien hoeft niet lang na te denken: “Dat mensen begrijpen dat afgescheidenheid een illusie is. En dat er altijd genoeg is. Voor iedereen.” Ze gelooft in een wereld waarin we niet meer redeneren vanuit angst, maar vanuit vertrouwen. En daarvoor blijft ze strijden. Zolang als nodig.